
Uitvoeringswet Verdrag Nederland-Oostenrijk tot vereenvoudiging van het rechtsverkeer in verband met het Rechtsvorderingsverdrag 1954
Artikel 3
De bij de overmaking van stukken gemaakte kosten, waarvan ingevolge artikel 5, tweede lid, van het verdrag door de Republiek Oostenrijk opgave wordt gedaan, worden in rekening gebracht aan degene te wiens verzoeke de Officier van Justitie de overmaking heeft aangevraagd. De artikelen 22 tot en met 26 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (Stb. 1843, 37, 38, 39, 40, 66 en 67) zijn van overeenkomstige toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.